Thuis bij Siegrid

Leestijd: 2 min

Glunderend vertelt de 22-jarige Siegrid Bouma hoe blij zij is met haar woning in Aldeboarn. “Ik heb echt geluk gehad dat mijn ouders hadden gelezen over de proef ‘gericht toewijzen’ van Elkien.

Op hun advies had ik bij mijn inschrijving als woningzoekende ‘kernbinding met Aldeboarn’ aangekruist. En daardoor kon ik deze woning krijgen. Ik woon hier nu ruim een maand en voel me vanaf dag één helemaal thuis.”

In 36 dorpen doet Elkien een proef met gericht toewijzen. De helft van de vrijkomende woningen in die dorpen is beschikbaar voor huurders met kernbinding. Kernbinding betekent dat je een jaar onafgebroken in
een dorp woont. Of er de afgelopen twaalf jaar minstens zes jaar hebt gewoond. Voldoe je daaraan? Dan heb je een grotere kans om een woning te krijgen in het dorp waar je binding mee hebt.

Siegrid voldoet ruim aan de voorwaarden voor kernbinding. “Ik ben in Aldeboarn opgegroeid en bijna mijn hele familie en vriendenkring woont hier. Tot mijn 20e woonde ik bij mijn ouders op de boerderij, 5 kilometer
buiten Aldeboarn. Toen ben ik gaan samenwonen met mijn toenmalige vriend in Oldeberkoop. Maar daar
kende ik niemand! Ruim een jaar heb ik daar met hem gewoond. Maar toen de relatie stopte, wilde ik heel
graag weer terug naar Aldeboarn. Ik had nooit verwacht dat het zo snel zou lukken. En dan ook nog in zo’n mooi, ruim huis.”

Siegrid straalt als ze vertelt over haar familie, vrienden en werk. Twee banen heeft ze. Drie dagen per week
werkt ze bij een uitzendbureau in Sint Nicolaasga. Ook werkt ze op oproepbasis bij Mienskipssintrum
Leppehiem in Akkrum. “Ik vind het allebei even leuk”, zegt ze. “In Leppehiem kent een aantal bewoners mijn
familie; altijd reden voor een praatje. Ik werk daar al vanaf mijn 15e, dus ook daar voel ik me helemaal thuis.

Voorlopig ben ik dik tevreden met hoe mijn leven nu is. Met mijn familie en vrienden weer lekker in de buurt.
Het enige verdrietige is dat mijn beppe vlak voordat ik hierheen verhuisde overleed. Zij heeft mijn nieuwe huis helaas niet kunnen zien.”